Hoge Raad bevestigt vervallen secundaire openbaarmaking bij kabel
Vandaag werd de uitspraak bekend van de Hoge Raad in een procedure van NORMA tegen NLkabel en de aangesloten kabelbedrijven. De Hoge Raad bevestigt het vonnis van het Hof in Den Haag, dat secundaire openbaarmaking niet aan de orde is bij doorgifte van zenders via de kabel.
In de jaren '80 werd door de Hoge Raad bepaald dat kabelbedrijven een auteursrechtelijke vergoeding verschuldigd zijn aan rechthebbenden omdat zij het signaal van de omroepen uit de ether plukten om het vervolgens door te kunnen geven aan het publiek. Tegenwoordig worden de signalen rechtstreeks door de omroepen aan kabelbedrijven aangeleverd. De omroepen dragen aan rechthebbenden af voor de zogenaamde primaire openbaarmaking. Met de uitspraak maakt de Hoge Raad een einde aan een juridische procedure die al in 2006 is begonnen. Vanwege het snel veranderende medialandschap is het belangrijk dat nu voor alle partijen duidelijkheid is geschapen. Rob van Esch, directeur van NLkabel, zegt: "NLkabel krijgt nu gelijk van de Hoge Raad. Dat is verheugend. Vanzelfsprekend blijven wij voorstander van een eerlijke vergoeding aan makers voor hun prestaties. Met dat doel hopen we, via RODAP, snel te kunnen komen tot een werkbaar model, dat aansluit bij de economische realiteit van de huidige digitale wereld."