NLconnect onderschrijft de Staat van de Digitale Infrastructuur, wil actie van overheid
Op 22 januari stuurde minister Adriaansens van Economische Zaken en Klimaat het rapport de Staat van de Digitale Infrastructuur aan de Tweede Kamer. Branchevereniging NLconnect is blij met de inhoud: het rapport bevestigt dat de Nederlandse digitale infrastructuur aan de absolute top staat en ondanks haar relatief bescheiden omvang en kleine CO2-footprint een enorme maatschappelijke en economische impact heeft. Maar het maakt ook duidelijk dat er nog werk aan de winkel is bij de overheid.
NLconnect directeur Mathieu Andriessen: ‘We zien het rapport van het ministerie als een steun in de rug. Het rapport toont het belang van onze digitale infrastructuur voor maatschappij en economie, en de minister geeft terecht aan dat onze digitale koppositie niet vanzelfsprekend is. Onze leden investeren in de uitrol van glasvezel, 5G en andere duurzame en betrouwbare breedbandnetwerken. Maar ook de overheid heeft een rol om onze sector te laten floreren. We ervaren het beleid van de overheid echter niet altijd als even doortastend of constructief. Zo komen frequenties soms te laat beschikbaar, worden van mobiele operators excessieve bedragen verlangd bij veilingen en is het lokale beleid rond inpassing van kabels en antennes versnipperd en onnodig duur. Voor telecompartijen en datacenters zijn aansluitingen op het energienet niet langer vanzelfsprekend en ook weigert het ministerie vooralsnog een staatssteun-regeling in te richten om de laatste 19.000 huishoudens aan te sluiten op snel internet. We hopen dat het rapport de nieuwe regering op deze punten aanspoort tot actie.’
Enorme impact
Ecorys heeft in opdracht van de minister de stand van zaken bij de digitale infrastructuur onderzocht. Daaronder verstaan de onderzoekers zowel de telecomnetwerken, zeekabels, datacenters, hosting en internet exchanges, als cloudtoegang. Samen heeft deze sector een enorme maatschappelijke en economische impact.
Samen met toeleveranciers - zoals bedrijven die glasvezel aanleggen of leveranciers van netwerkapparatuur draagt de digitale infrastructuur-sector jaarlijks met 24,2 miljard euro fors bij aan het Nederlands bruto binnenlands product. De sector is ook goed voor zo’n 200.000 banen.
Het maatschappelijke belang is evident: in een sterk gedigitaliseerde samenleving kunnen we eenvoudigweg niet meer zonder voortdurende hoogwaardige connectiviteit. Appen, mobiel betalen, hybride werken, streamen: allemaal niet mogelijk zonder een goede digitale infrastructuur. De digitale infrastructuur is daarmee verbonden met ieders dagelijks leven.
Kleine CO2-footprint
Uit het onderzoek blijkt verder dat de sector een relatief beperkte CO2- en energie-footprint heeft en nauwelijks beslag legt op de fysieke ruimte. 84% van de energie die de sector verbruikt komt uit groene elektriciteit en veroorzaakt geen uitstoot, waardoor de sector een relatief beperkte footprint heeft van 310 kton aan CO2-emissies per jaar, oftewel 0,22 procent van de totale Nederlandse CO2-footprint. In totaal bestrijkt de digitale infrastructuur 1.170 hectare, waarmee het ruimtebeslag een aandeel van slechts 0,02 procent in de totale oppervlakte van Nederland kent.
Daarbij geldt dat de digitale infrastructuur - als ruggengraat van de digitalisering - ook een belangrijke ‘enabler’ is van de verduurzaming van andere sectoren. De besparingen die de digitale infrastructuur in potentie mogelijk maakt in de footprints van andere sectoren is een veelvoud van haar eigen footprint.
Ook wordt de mythe dat een toename van het dataverkeer automatisch zou zorgen voor meer energieverbruik door de onderzoekers ontkracht. ‘Bedrijven die actief zijn in de digitale infrastructuur hebben al langer aandacht voor het beperken van hun energieverbruik. (…) Het heeft er mede toe geleid dat het energieverbruik niet sterk is toegenomen, terwijl het dataverkeer ondertussen aanhoudend exponentieel groeit (…): een toename van dataverkeer zorgt niet automatisch voor meer energieverbruik. Zo geldt
voor meer onderdelen van de digitale infrastructuur dat energieverbruik beperkt afhankelijk is van de hoeveelheid data. Daarnaast verbetert de energie-efficiëntie van apparatuur al jaren exponentieel. ’, aldus de onderzoekers. Daarbij verwijzen zij ook naar de grote beschikbaarheid van het energiezuinige glasvezelnet en de energiezuinige nieuwe generaties van mobiele technologie.
Internationale toppositie onder druk
Nederland heeft een veilige, betrouwbare, hoogwaardige en toegankelijke digitale infrastructuur die al jaren behoort tot de internationale top. De sterke positie van Nederland als digitaal knooppunt is echter niet vanzelfsprekend en vraagt blijvende aandacht, zo blijkt uit het onderzoek.
De minister constateert dat er weinig prioriteit is voor het mogelijk maken van nieuwe investeringen, voor voldoende capaciteit op het energienet en voor fysieke ruimte om succesvol in de toekomst digitale diensten te kunnen blijven aanbieden aan bedrijven en consumenten. Volgens de minister dreigen we onze koppositie kwijt te raken omdat andere landen binnen en buiten Europa versnellen met digitalisering. Alle hens aan dek dus.
Nieuw kabinet
Op veel aspecten is het ministerie op de juiste weg. Zo verscheen vorig jaar een Kamerbrief over digitale open strategische autonomie en een Actieplan Groene en Digitale banen, is er aandacht voor cyberveiligheid, de aanlanding van zeekabels en voor reductie van graafschade. Het rapport brengt dat allemaal mooi in kaart.
Op enkele andere vlakken is de overheid echter minder doortastend. Zo wordt de 3,5 GHz-band pas dit jaar geveild, zo’n beetje als laatste land in Europa. Ook worden mobiele operators op hoge kosten gejaagd door frequentie-veilingen, wat natuurlijk effect heeft op investeringen in de netwerken. Hoge telecomleges en inefficiënt en versnipperd lokaal beleid vertragen de uitrol van netwerken. Toegang tot elektriciteit is in Nederland niet langer vanzelfsprekend. En ondanks eerdere goede voornemens is er nog altijd geen staatssteunregeling om een snelle verbinding te maken naar de laatste 19.000 aansluitingen - die niet commercieel rendabel zijn aan te sluiten op snel internet. NLconnect spreekt de hoop uit dat een nieuw kabinet deze tekortkomingen snel oppakt, om onze koppositie te kunnen behouden.