ACM slaat plank mis met voorrangsregels netcongestie
Vorige week presenteerde de Autoriteit Consument en Markt een pakket maatregelen om de groeiende problematiek van netcongestie het hoofd te bieden. Onderdeel hiervan is een voorrangsregeling voor projecten met een maatschappelijk belang, die energienetbeheerders met prioriteit mogen aansluiten op het net. ACM geeft hierin aan telecominfrastructuur geen voorrang! Daarmee ontkent de toezichthouder de cruciale rol die digitale connectiviteit in onze samenleving speelt. Het roept ook de vraag of de politiek deze maatschappelijke afweging wel aan een toezichthouder moet overlaten.
Het internet is anno 2024 tot in de haarvaten van onze economie en samenleving doorgedrongen. Appen, mobiel betalen, hybride werken, online zorg en onderwijs: het is allemaal niet mogelijk zonder een goede telecom- infrastructuur. Niet voor niets werd telecom tijdens de corona-pandemie aangemerkt als vitaal proces en stonden onze monteurs op de lijst van cruciale beroepen. Niet voor niets is de digitale infrastructuur in de NIS2 Directive aangemerkt als essentiele dienst. En niet voor niets is telecom bij wet aangewezen als vitale dienst en gelden er (in hoofdstuk 11a van de Telecommunicatiewet) bijzondere verplichtingen om de continuïteit daarvan te waarborgen.
In die continuïteit voorzien we als telecomindustrie uiteraard, met uiterst betrouwbare netwerken. Maar zonder energieaansluiting zijn telecommunicatiediensten eenvoudigweg niet beschikbaar, met grote economische en maatschappelijke gevolgen.
De afgelopen jaren is het steeds meer aan een stabiele stroomvoorziening gaan ontbreken. De wachtrij voor toegang tot het net neemt almaar toe en als telecomsector ervaren we die problematiek van netcongestie dagelijks: telecombedrijven worden inmiddels niet meer altijd voorzien in de stroom die zij aan netbeheerders vragen, zelfs niet wanneer we lokaal meer stroom nodig hebben om nationaal juist een flinke besparing te kunnen realiseren. Dat belemmert uitrol en onderhoud van onze hoogwaardige telecom-netten. Het pakket maatregelen van ACM lost dit allemaal niet op. Sterker nog: doordat andere sectoren wel prioriteit krijgen wordt telecom de facto verder naar achteren in de rij geplaatst.
In de huidige praktijk sluiten netbeheerders projecten op volgorde van aanmelding aan (first come, first served). De ACM heeft het prioriteringskader opgesteld omdat dit niet altijd goed uitpakt. Volgens ACM is er brede steun voor het idee om maatschappelijk te gaan prioriteren. Maar als bewijs daarvoor verwijst de toezichthouder naar de vele reacties die zij ontving van partijen die - als er dan toch geprioriteerd wordt - graag prioriteit willen hebben. De vraag is of het middel dat ACM nu voorstelt niet erger is dan de kwaal.
Wie krijgen wel voorrang? ACM houdt het op defensie, politie, ziekenhuizen, scholen en de drinkwatervoorziening. Dat zijn natuurlijk allemaal ook essentiële diensten. Superbelangrijk. Maar ACM vergeet dat deze basisdiensten ook allemaal op digitale connectiviteit draaien en voor veel van hun processen van telecomnetwerken afhankelijk zijn. Dat geldt trouwens evenzeer voor de energie-netbeheerders zelf. “If it weren't for electricity we’d all be watching television by candlelight”, grappen ze in de Verenigde Staten. Welke school gebruikt er geen online digitale lesmethodes? En wat heb je aan een ziekenhuis of de politie als je geen 112 kan bellen?
ACM erkent wel dat internet een maatschappelijke functie vervult. Vorig jaar consulteerde de toezichthouder de markt over het ontwerpbesluit. Uiteraard is vanuit de telecombranche toen aangegeven dat het onvoorstelbaar zou zijn dat een basisdienst als digitale connectiviteit geen prioriteit zou krijgen. Maar volgens de ACM biedt het non-discriminatiebeginsel binnen het Europese energierecht geen grondslag om aan telecom voorrang te geven. Een louter juridisch argument, dat als effect heeft dat de toezichthouder nu juist discrimineert.
Naast telecom is er ook geen prioriteit voor essentiële diensten als supermarkten, kinderopvang, verkeersinfrastructuur zoals bruggen en tunnels, verkeerscentrales, openbare verlichting, bouwplaatsen, de transportsector en laadinfrastructuur. Zo’n beetje allemaal sectoren die in de coronapandemie wel werden gezien als vitaal en cruciaal. Als het klopt dat deze basisdiensten om een juridische reden geen prio kunnen krijgen, is het dan niet beter om helemaal van prioriteren af te zien?
Je vraagt je af of de politiek een dergelijke fundamentele maatschappelijke afweging wel aan een toezichthouder moet overlaten. Hoort dit niet bij uitstek thuis in politiek Den Haag?
Het toeval wil dat de commissie Digitale Zaken van de Tweede Kamer komende donderdag vergadert over de digitale infrastructuur. Hopelijk roept de Kamer op tot een bredere weging, met het oog op de gevolgen voor de maatschappij en daarmee het algemeen belang.
Mathieu Andriessen is directeur bij NLconnect