Reactie NLconnect op Besluit ongewenste zeggenschap telecommunicatie
In maart 2019 is het wetsvoorstel ongewenste zeggenschap telecommunicatie bij de Tweede Kamer ingediend. In dit wetsvoorstel is bepaald dat investeringen die leiden tot overwegende zeggenschap in een telecommunicatiepartij en bovendien tot een relevante invloed in de telecommunicatiesector bij de minister van EZK moeten worden gemeld. De minister van EZK krijgt de bevoegdheid om het houden of verkrijgen van overwegende zeggenschap in een telecompartij te verbieden, indien dit naar zijn oordeel leidt tot een bedreiging van het publiek belang. In het besluit wordt nader uitgewerkt wanneer van relevante invloed sprake is. Dat blijkt al het geval bij aanbieders van telecomdiensten vanaf 50.000 abonnees op de vaste consumentenmarkt en 100.000 abonnees op de mobiele markt. NLconnect pleit voor hogere drempelwaarden.
Nationale veiligheid en vitale infrastructuren
NLconnect deelt de doelstelling van het wetsvoorstel en het besluit dat kwaadwillende partijen op geen enkele wijze in de gelegenheid mogen worden gesteld om vitale netwerken of diensten te misbruiken of uit te laten vallen en daarmee de nationale veiligheid of de openbare orde in gevaar te brengen. NLconnect deelt ook de mening van het ministerie dat het borgen van de openbare orde zwaarder kan wegen dan het commerciële belang van het voorkomen van overheidsbemoeienis bij (investeringen in - en zeggenschap over -) telecompartijen. De regering is de laatste tijd op dit vlak tamelijk actief, onder meer met het onlangs vastgestelde Besluit veiligheid en integriteit telecommunicatie, op basis waarvan de minister (van J&V) providers kan verplichten potentieel onveilige netwerkapparatuur uit hun netwerk te weren, mede met het oogmerk om nationale veiligheidsrisico's te voorkomen. NLconnect is van mening dat dit soort regels met het oog op investeringszekerheid uitsluitend volstrekt transparant en zeer zorgvuldig kan worden ingevoerd, indien nadeelcompensatie goed is geregeld en wanneer nadrukkelijk rekening wordt gehouden met het reeds aanwezige grote verantwoordelijkheidsbesef in de Nederlandse breedbandindustrie. De regels rond ongewenste zeggenschap en rond veiligheid en integriteit ziet NLconnect in het verlengde van elkaar: het zijn verschillende instrumenten met hetzelfde doel van nationale veiligheid en openbare orde.
Dreigende verslechtering van investeringsklimaat
Veel nieuwe (glasvezel) infrastructuur wordt momenteel aangelegd door buitenlandse investeerders. Dat is een groot goed: met het kapitaal van deze investeerders worden buitengebieden in snel tempo 'verglaasd' en vordert de uitrol van glasvezel in kernen en op bedrijventerreinen steeds verder. Na jaren van afnemende groei kwam de aanleg van glasvezel naar woningen in 2019 weer op stoom en in 2020 verwacht de industrie verdere versnelling op dit vlak. Mede dankzij de investeringen van genoemde partijen bekleedt ons land een koppositie in verschillende breedband-ranglijsten. Het concept-besluit moet dat meewegen, aangezien potentieel ingrijpen door het rijk bij overnames gevolgen heeft voor het investeringsklimaat. Investeerders handelen logischerwijs vanuit economisch perspectief en de kans is uiteraard groot dat zij hun netwerken op enig moment weer willen verkopen.
De mogelijkheid dat de minister kan ingrijpen in deals rond kleinere telecompartijen zal zonder enige twijfel leiden tot toenemende onzekerheid en daarmee verslechtering van het investeringsklimaat in de breedbandsector. Nederlandse partijen worden voor internationale investeerders minder aantrekkelijk als partner, investering of overnamekandidaat. De dealcomplexiteit zal toenemen en het tempo van deals zal vertragen wanneer partijen eerst langs de minister moeten alvorens overwegende zeggenschap te verkrijgen in een partij met klein marktaandeel. Uiteindelijk is dat niet bevorderlijk voor de uitrol van breedband in ons land.
Hogere drempelwaarden nodig
Met de gekozen drempelwaarde van 50.000 residentiële abonnees of 100.000 mobiele eindgebruikers kan volgens NLconnect onmogelijk relevante invloed worden uitgeoefend op de nationale veiligheid en de openbare orde: de impact van uitval of mogelijk ander misbruik is zeer beperkt van omvang en kan eenvoudig worden gemitigeerd door inzet van andere netwerken of dienstverleners. Een kwaadwillende partij die op basis van geopolitieke motieven overwegende zeggenschap wil verkrijgen in een telecompartij om dat bedrijf als politiek instrument in te zetten teneinde de regering in een chantabele positie te brengen, heeft helemaal niets aan zeggenschap in een partij of enkele partijen met een miniem marktaandeel. Het gaat met deze drempelwaarden om partijen die minder dan één procent van de betreffende markt in handen hebben.
In haar uitgebreide reactie vraagt NLconnect om wat betreft de drempelwaarden aan te sluiten bij de drempelwaarde in het Besluit beveiliging netwerk en informatiesystemen. Dat Besluit wijst onder andere vitale telecomaanbieders aan die ter voorkoming of beperking van maatschappelijke ontwrichting continuïteit van vitale dienstverlening moeten bevorderen. Het gaat om aanbieders van internet- en telefoniediensten met minimaal een miljoen eindgebruikers. Vertaald naar de 'sleutel' in het concept-besluit zou het gaan om een miljoen mobiele eindgebruiker en 500.000 residentiële abonnees op de vaste markt. Dat sluit ook veel beter aan bij de grens van 6% marktaandeel die in het besluit wordt genoemd voor datacenters en hostingdiensten.